PUBLICATIES
2014
Anne-Marie Hogervorst, KunstZone, Inzoomen met een kwast, Juli
2013
Henry Weijenbergh, Jegens & Tevens, Beeld of verf, 5 Oktober
SOME productions, filmreportage voor de opdracht, ‘ inzoomen met een kwast, Kunstgebouw Zuid Holland, november
2008
Ariane Pikaar, Kunst van de dag, Galeries.nl, 1 mei
Rob Perree, Omdat gewoon bijzonder is, Recensie naar aanleiding van recent werk, SBK Amsterdam Kunstmagazine, september
Susan van den Berg, Je moet geen Copy Cat zijn, Tableau, 30ste jaargang, nr. 6 december
Lieke Kester, Joncquil and Judith van Bilderbeek at London Art fair, 18 december, Press releases, London Art Fair, UK
2007
Ludmilla Bessonova, Documantaire, Gelaagde alledaagsheid, videoportret Judith van Bilderbeek.
Benno Tutein Noltenius, kunst van de dag, Galeries.nl, 24 oktober
2006
J.H. Bakker, Kunstenaarsvisie op automatiek, Algemeen Dagblad, 15 maart
Susan van den Berg, Werk met vaart en visie, Leeuwarder Courant, 17 juni
Benno Tutein Noltenius, Kunst van de dag, Galeries.nl, 5 juli
S. van Ek, Een vaste hand aan een losse pols, Friesch Dagblad, 28 juni
Jurjen K. van de Hoek, Om de hoek van het zichtbare kijken, Heerenveense Courant, 12 juli
Radio Oost, interview, programma “Het gescheurde doek” 10 november
Herman Haverkate, De schoonheid van het alledaagse, Twentsche courant, 16 nov
2004
Hermance Schaepman, Ingelijst op de Hofvijver, 10+10 culturele ontmoetingen
Monografie over Judith van Bilderbeek getiteld , OGENSCHIJNLIJK, november 2004.
Het boek bevat 48 afbeeldingen van schilderijen over een periode van vier jaar werk.
De monografie (deel 9) is een uitgave van de stichting Haags Palet.
OM DE HOEK VAN HET ZICHTBARE KIJKEN
De Heerenveense Courant 12 juli 2006
Door Jurjen K. van der Hoek
HEERENVEEN, Het ruikt er heerlijk naar zojuist gespannen doek en naar vers opgedroogde olieverf. De Heerenveense Kunstruimte in het Willem van Haren Museum is de plek waar een verstilling van de handeling plaats vindt. Het werken aan de schilderijen is af en het resultaat kan gezien worden. De composities van Judith van Bilderbeek, gehangen in die kunstruimte, zijn eenvoudig van opzet en weldoordacht in resultaat. Waar het onderwerp dicht bij huis blijft hoeven de gedachten niet ver te reizen. Het idee is tastbaar, de herkenning optimaal. In een breekbare en duurzaam heldere opzet, nergens is het gelikt af, worden alledaagse verhoudingen en gebeurtenissen getoond. Die benadering maakt dat de gedachten afdwalen naar de idee waarom deze zichtbaarheid nooit gezien is.
De kleine formaten lijken vingeroefeningen voor het grote werk.
Van Bilderbeek probeert uit hoe de jas het best past. Op groot formaat is het beeld meer imposant en lijkt het gewone ongewoon.
De details zijn uit de eigen sfeer gesneden en staan op zichzelf het leven door te zetten. De behandeling van het materiaal is ruig. In felle zichtlijnen is het onderwerp opgezet.
De vlakken zijn breed ingevuld en niet diepzinnig ontrafeld, waardoor de beeltenis niet is dood geverfd.
De verflopers geven de sfeer dat de compositie niet af is en nooit klaar zal zijn, er blijft altijd en telkens weer een aanvulling mogelijk.
Veelal is het een statieportret van een gebruiksvoorwerp of een familiepose van de inhoud van een vertrek.
Een bureaustoel stond welwillend model zonder zich uit verveling eens een slag te draaien.
De inrichtingen stralen een onmiskenbare intimiteit uit. De aanschouwer werpt een blik in het zijn van de beschouwer. Niet telkens is meteen het juiste beeld voorhanden en zet Van Bilderbeek de kijker op een verkeerd been.
Maar al snel, en vooral met de lijst van titels in handen, vindt die kijker het evenwicht terug. In alles zit een verhaal, in elk detail een inspiratie. De boeken in de kast staan niet strak in het gelid, maar hebben ieder een eigen karakter.
Zo is de aard van ieder overhemd net anders, zodat op ieder potje een deksel past.
Maar dat zwarte eendje is toch een meerkoet!?
Het beeldwerk van Judith van Bilderbeek laat zich impulsief opzetten. Van die gewone ongedachte ingeving wordt een uniek op zichzelf staande beeltenis gebouwd.
De composities zitten dik in de verf, veelal met een zichtbare onderschildering.
Het doek wordt overwogen ingedeeld. Een vlak loopt van de compositie af, laat zich niet dwingen in de kaders. Er is meer dan dat werd afgebeeld, het roept de nieuwsgierigheid op.
Deze schijnbaar ongeinteresseerde benadering houdt het werk speels en beweeglijk.
Je zou even om de hoek van het zichtbare willen kijken naar wat onzichtbaar is gebleven.
Jurjen K. van der Hoek- Journalist- recensie naar aanleiding van de expositie in het Willem van Haren museum te Heerenveen